Populisme

Referaat voor de Jonge Socialisten over populisme:

 

Er bestaan in mijn optiek drie Mythes over populisme:

 

I Populisme is iets negatiefs

II Populisme is iets tijdelijks

III Populisme is iets ‘rechts’

 

Ad I Populisme is iets negatiefs.

Dit is een – in Europa – wijdverbreide misvatting. Inderdaad staat in de Dikke van Dale een tamelijk negatieve omschrijving hiervan, namelijk: ‘oppervlakkige, enigszins demagogische betoogtrant.’ Een woordenboek geeft altijd de betekenis die de meeste mensen geven aan een bepaald begrip. Maar taal is ook een levend organisme, bijna democratisch van aard. Zo bedoelt een jongere met het woord ‘lauw’ iets waar een babyboomer ‘te gek’ zou gebruiken en niet een half warm glaasje water. Het is dus geoorloofd om positiever te kijken naar een bepaald begrip dat gemiddeld door de intelligentia als negatief wordt gezien. Dit is voor het voortbestaan van de sociaal-democratie zelfs van levensbelang, zo zal ik betogen.

 

In andere landen, zoals de Verenigde Staten, wordt populisme als iets positiefs gezien, iets heel normaals eigenlijk. Het staat daar meer voor brede volksbewegingen die een bepaald punt op de agenda zetten, bijvoorbeeld de boeren die voor hun belangen op komen door one liners in de media te krijgen.

 

De begripsgeschiedenis ligt in het klassieke Rome, waar de gebroeders Gracchus voorstellen deden voor een eerlijker verdeling van de landbouwgrond en de invloed in de rechtspraak. Met hun plannen en hun retorisch talent verwierven zij de steun van het volk.

 

Het meest positieve aan het populisme vind ik dat het een spilfunctie toekent aan de communicatie tussen kiezer en gekozene. Het dwingt de politicus zich zo uit te drukken dat de bevolking hem begrijpt en ervan overtuigt is dat de politicus weet wat de bevolking bezig houdt en zich dus herkent in ‘zijn’ politicus.

 

Zonder dit essentiele bindmiddel dat communicatie heet mag een volksvertegenwoorder die zichzelf serieus neemt zich geen volksvertegenwoordiger noemen.

 

Ad II Populisme is iets tijdelijks

Geert Wilders  wordt over het algemeen gezien als een populist. Hij heeft een aantal bedwame kamerleden om zich heen verzameld, door de opzet van zijn partij zijn scheuringen en onderling gedonder vrijwel onmogelijk, hij heeft een duidelijke boodschap die gehoor vindt bij een – voor deze tijd – tamelijk stabiel kiezerspotentieel. Alleen al vanwege deze redenen is populisme niet iets tijdelijks, dat wel weer over gaat als, zoals dat zo mooi heet, ‘kiezers niet meer op drift zijn’

 

Dat is overigens ook een mythe, die samenhangt met het populismedenken, het is niet de kiezer die op drift is, het zijn de politieke partijen die op drift zijn, c.q. bemand worden door een heel aantal lieden die hun werk niet serieus nemen, want onvoldoende appeleren aan het gevoel en de taal die er leeft onder de bevolking. Als politici meer volgens de wetten van het populisme zouden denken zouden ook de (voormalig) ‘grote’ partijen, ook wel de ‘gevestigde orde’ genoemd, in staat zijn weer te groeien. Maar zij zijn bang en arrogant en zetten de reële minimale eisen die de bevolking aan een politicus stelt, namelijk het zijn van een persoon die men begrijpt en die bezig is met hun problemen, weg als ‘populisme’, als was het een regenbui die op enig moment weer over gaat.

 

Omdat populisme een essentieel bindmiddel is tussen kiezer en gekozenen, zal dit naar haar aard nooit iets tijdelijks zijn, tenzij men de democratie als zodanig zou willen afschaffen.

 

Ad III Populisme is iets rechts

Om niet te vervallen in een semantische spraakverwarring over wat rechts en links is wil ik hier ‘links’ definiëren als ‘in het belang van de lagere klassen’ om dit vervelende woord dan te gebruiken, dus mensen met relatief de minste kansen in de maatschappij, een lagere opleiding en een lager inkomen.

 

Langs de sociaal-economische meetlat is de PvdA en ook bv SP en GroenLinks nog steeds links. Op sociaal-culturele vraagstukken is dat niet persé het geval, althans niet consequent en niet in alle situaties. De belangen van de ‘onderklasse’ zijn echter júist op dit moment gebaat bij de sociaal-culturele ‘agenda’. Het gaat dan zowel om het tegengaan van discriminatie als het verdedigen van de vrijzinnige samenleving, waarin homo en hetero, vrouw en man zichzelf kunnen zijn. Met het stijgen van de welvaart zijn juist dít de issues waar de minder bedeelden het eerste de wrange vruchten van plukken, want de gegoede middenklasse heeft meer mogelijkheden te verhuizen naar oorden waar hij zich beter thuis voelt dan in achterstandswijken en heeft dit in sterke mate al gedaan en dit veranderd overigens ook niet als je het krachtwijk noemt in plaats van achterstandswijk. Ook weer zo’n intellectuele lulligheid waarmee de bevolking niet serieus wordt genomen.

 

Met andere woorden, het daadwerkelijk aanpakken van de problemen waarmee de onderklasse te maken heeft vergt een agenda waarin de vrijheid en hiermee de veiligheid voor eenieder gegarandeerd is zichzelf te zijn. Juist het bereiken van deze individuele vrijheid voor iedereen, dus niet alleen voor de happy few, was altijd een speerpunt voor links, niet alleen bij monde van Joop den Uyl in zijn boek ‘De weg naar vrijheid’ dat wellicht niet voor niets in de jaren vijftig werd geschreven, ook voor Karl Marx was de individuele vrijheid uiteindelijk het doel van de  communistische heilstaat.

 

Het is de plicht van een politieke partij die zich links noemt om deze thema’s centraal te stellen én in duidelijke woorden te communiceren.

 

Strategie voor PvdA

Gezien voorgaande analyse zou de PvdA de volgende strategie moeten volgen.

  1. Met het stijgen van de welvaart de afgelopen decennia stemt de ‘onderklasse’ steeds minder langs de sociaal-economische scheidslijn. Feitelijk heeft zij dit in Nederland nooit zo sterk gedaan als in andere Europese landen, omdat in Nederland door de verzuiling de christelijke arbeiders op de KVP bleven stemmen. Steeds meer is de sociaal-culturele agenda van belang. De PvdA moet deze agenda centraal stellen, waarbij vrijheid en veiligheid conditio sine qua non zijn voor individuele ontplooiing.
  2. Mensen zijn ‘bang’ voor de PvdA en dit moet ook erkent worden. Mensen denken dat door de PvdA de maatschappij zoals zij die kennen tezamen met de verworvenheden als vrijheid van meningsuiting zullen veranderen, vanwege de invloedssfeer van Moslims in de partij. Deze angst moet serieus genomen worden door heldere taal en duidelijke standpunten op het gebied van kwesties rond de vrijzinnige samenleving. Het succes van de SP is in mijn optiek mede te verklaren doordat zowel een sociaal-economische als een sociaal-culturele agenda wordt gevoerd waar de onderklasse hun belangen in vertegenwoordigd zien.
  3. Het nieuwe paternalisme van een bevoogdende overheid zoals dat tegenwoordig door menig PvdA’er wordt bepleit moet verlaten worden. Mensen staan niet te wachten op meer inmenging van de overheid in hun leven, maar willen juist dat de overheid meer ruimte schept om hun leven naar hun eigen inzicht in te richten. Neem die mensen in godsnaam serieus! (o nee, dat is populistisch…)
  4. Schreeuw wat vaker wat je vindt, gebruik krachttermen. Denk minder in termen van Haagse onzinstrategiën en volg wat vaker je intuïtie.

Dan is het wel nodig dat de juiste mensen op de juiste plek zitten. Dat is nu niet het geval. Maar we hebben ze wel. Ik laat het graag aan de zaal over wat de juiste taakverdeling zou zijn binnen de Pvda

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Politiek

Plaats een reactie